“Dat heet een hoeslaken.”

Na een zoektocht in de rij met het bedtextiel had hij haar aangesproken. Hij kwam er niet uit, de jonge student die net op kamers ging wonen. De vriendelijke medewerkster, qua leeftijd had ze zijn moeder kunnen zijn, luisterde geduldig hoe hij vertelde dat hij zocht naar zo’n ding wat je om je matras heen deed met van dat elastiek in de hoeken. Ze knikte, gebaarde hem vriendelijk om haar te volgen en terwijl ze een ander pad inliepen zei ze: “Dat heet een hoeslaken.”

Dit tafereel raakte me. Ontroerde me. Ik weet niet precies waarom. Ik denk door het gevoel van openheid.

Er zijn namelijk heel veel manieren om op zo’n vraag te reageren. Er zouden mensen zijn die het stom vinden dat hij zo’n huis-, tuin- en keukenfeitje niet wist. Terwijl je alles wat je weet ooit geleerd hebt en dus eerst niet wist. Zelfs de dingen die jij nu ‘alledaags’ en ‘vanzelfsprekend’ vindt, waren ooit nieuw. Tot je ze leerde.

En zij reageerde vriendelijk op zijn vraag, zonder oordeel. Hij wist ergens het woord niet bij. Zij wel. En nu wist hij het ook. En ik hoop dat dit ogenschijnlijk onbeduidende moment er voor zorgt dat hij altijd vragen durft te blijven stellen. Ongeacht zijn leeftijd. En ongeacht wat hij allemaal wél al weet.

“De dwaas denkt dat hij wijs is, maar de wijze weet zich een dwaas.
William Shakespeare

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.