Er zit een heel klein vliegje op mijn shirt. Minuscuul, ik dacht eerst dat het een stofje was. De deur hier in dit koffietentje is wel open, maar die is echt heel ver weg, gezien vanuit zo’n klein vliegje. Ik vraag me af of ik ‘m kan helpen. Zodra een dier, hoe klein ook, in mijn blikveld komt, voel ik me er verantwoordelijk voor dat ik ‘t niet per ongeluk plet als ik mijn jas aan doe. Of mijn hand ergens op leg en het er tussen zit.
Nu zit het op mijn schrijfblok.
Mensen vinden het soms vreemd dat ik me zo druk maak over het wel een wee van kleine levende wezens. Ik vind het dan weer vreemd dat het voor veel mensen zo gewoon is om op vele manieren grote en kleine dieren dood te maken zonder daar verder bij stil te staan.
Soms bewust. (Omdat ze het willen eten, of de huid willen hebben, of het ziek is, of er geen ruimte voor hebben, of het commercieel niks oplevert, of er last van hebben.)
Soms achteloos. (Terwijl ze het zien vliegen of kruipen of bewegen).
Nu zit het op de tafel.
Ik wil het op mijn hand of servet krijgen zodat ik het naar buiten kan brengen, maar ik aarzel even. Voor anderen ziet het er waarschijnlijk zo uit dat ik bezeten naar een tafel aan het staren ben om vervolgens iets denkbeeldigs op mijn vinger te krijgen. Niet dat het me iets uit zou moeten maken wat anderen ervan vinden.
Nu zie ik het niet meer.
Net hiervoor zag ik het de vleugeltjes spreiden op de rand van de tafel, dus ik ga er maar vanuit dat het op weg is naar een andere plek en verder nog een hele fijne dag heeft.
En ben dankbaar, dat ik de tijd heb genomen om mijn aandacht een tijdje op dit vliegje te vestigen. En er spontane schrijfinspiratie uit is voortgekomen. Als voorbeeld dat er -ook zonder app of hulpmiddel- vele mogelijkheden in het dagelijks leven zijn om een mindful in-het-moment-zijn momentje te vinden.
(En wat je bijvoorbeeld kan doen met insecten ‘waar je echt last van hebt’ in plaats van doodmaken? Vang ze. Zet voorzichtig een glas over ze heen, schuif er een papier onder, en breng ze naar buiten.)