Over loslaten en spullen

we verbergen onze heimelijke

Nog niet eerder gelezen over mijn loslaat-avontuur? Lees dan eerst: hoe het met mijn plannen staat.

Over 4 weken ga ik weg. Naar Ierland. Op weg naar mijn eerste vrijwilligersproject. Sinds ik deze keuze heb gemaakt, ongeveer twee maanden geleden, ben ik aan het voorbereiden: spullen aan het loslaten, administratief heel veel aan het regelen, voorbereiden op wat ik straks allemaal in mijn rugzak mee wil en kan nemen.

Het meeste gedoe van dit hele proces vind ik alles wat met mijn spullen te maken heeft.

Mijn woonruimte moet 31 juli leeg zijn en voor al mijn spullen moet er dan een bestemming zijn. Wat verkoop ik nog meer? Wat geef ik verder nog weg aan anderen? Wat kan naar de stort? Wat sla ik op bij mijn zus en moeder? Hoeveel sla ik op? Wat wil ik allemaal bewaren?

Alhoewel ik niet eens zo veel spullen heb (ik heb bijvoorbeeld geen heel huis van mezelf, alleen een grote woonruimte en een gedeelde keuken, wc en badkamer) vind ik het zelf soms wel veel. Het zijn allemaal dingen waar ik iets mee moet. Ze zitten me in de weg, nu ik heb besloten om tijdelijk geen eigen woonplek te hebben.

Ik laat los en ga weg. Ik weet niet voor hoe lang.

Ik weet ook niet waar ik naar terugga als ik terugkom. Terug naar Nijmegen? Terug naar elders in Nederland? Naar een ander land? Hoe ga ik wonen? Wat heb ik daar nodig? Heb ik daar wel dingen nodig? Ik weet het niet. Ik weet alleen dat ik nu los wil laten.

Sommige keuzes vind ik makkelijk: bijvoorbeeld de bank en de garderobekast waren toch al aam vervanging toe, dus die doe ik makkelijk weg. De tafel is groot en vind ik veel te veel plek innemen met opslaan, dus die gaat weg. Een mens alleen heeft niet zoveel aan heel veel glazen en borden, dus daar doe ik veel van weg. Dit gaat me allemaal makkelijk af.

Dan komen er een hoop dingen die wellicht handig zijn om te bewaren, maar alleen als ik ze straks weer nodig denk te hebben als ik hier ergens kom te wonen, zoals: eetkamerstoelen, de lampen, al mijn pannen, tafeltjes. Ergens handig als ik ze gewoon bewaar, maar ergens voelt elk ding nu ook als ballast, dus wil ik er vanaf. In deze categorie komt de factor ’vasthouden, want anders krijg ik er mogelijk straks spijt van’ om de hoek kijken. Wat als ik ze allemaal wegdoe? En ik straks een nieuwe woonruimte heb en alles opnieuw moet kopen, krijgen, halen? Ik ben er nog niet uit of ik er blijer van wordt als ik deze loslaat, of als ik ze bewaar.

Iets in mij gelooft in overvloed. En dat ik, waar ik ook ben, altijd alles heb dat ik nodig heb.

Dan heb ik de spullen waar ik aan gehecht ben geraakt in de loop der tijd. Cd’s, cassettebandjes, boeken, mijn planten (eerst was ik niet goed in planten verzorgen en de laatste jaren wel, dus ik ben trots op sommige bloeiende planten). Een gedeelte hiervan doe ik weg (is al weg inmiddels), een gedeelte hiervan bewaar ik. Hoeveel en wat precies, dat  zal ik de komende weken moeten beslissen. Van deze spullen ga ik een aantal in bruikleen aan anderen geven: een fijn idee dat de planten tijdens mijn afwezigheid uit Nederland bij iemand anders bloeien. En een fijn idee dat sommige van de boeken waar ik veel mee heb in die tijd door iemand anders worden gelezen.

Dan heb ik nog twee koffers, vol met herinneringen en mijn ziel en zaligheid: één koffer vol dagboeken (ik ben begonnen met schrijven toen ik 9 was) en één vol foto’s. Door de foto’s kan ik nog eens bladeren en besluiten om er wat van weg te doen: niet van alle gelegenheden hoef ik talloze foto’s te hebben, een paar is ook al fijn. Maar mijn dagboeken… Die bewaar ik allemaal. Of allemaal niet. Voorlopig allemaal wel.

Als ik weleens lees dat mensen hun dagboeken verbrand hebben, slaat de schrik me om de oren.

Dagboeken verbanden! Ik ben die dagboeken. Ik zit in die dagboeken. Mijn hele leven, geschiedenis en herinneringen zitten daarin verwerkt. Voor nu zou het voelen alsof ik stukken van mezelf weg zou doen. Tegelijkertijd weet ik ergens ook dat ik zonder die dagboeken ook prima kan leven. Sterker nog, dat ik zonder al mijn spullen prima kan leven.

Een mens is niet zijn spullen. Ik ben niet mijn spullen.

Dat gevoel heb ik de laatste tijd wel vaak gehad. Mede daarom is ook het verlangen ontstaan om een tijd weg te zijn van mijn omgeving, van mijn dingen. Met alleen mezelf en een rugzak vol wat spullen wil ik weer eens ontdekken hoe dat is. Hoe ik dan ben. Wie ik dan ben. Wie er overblijft zonder al die dingen.

we verbergen onze heimelijke

(Op zoek naar een plaatje voor bij deze tekst, kwam ik bij een van mijn bewaarde zinnen uit. Nu ik nog eens goed kijk zie ik dat ik deze heb gelezen in een boek van Sogyal Rinpoche, die toevallig (?) spiritueel verbonden is aan de eerste plek waar ik naartoe ga.)

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.