Dat vroeg ik me af toen ik vanochtend aan het werk was in mijn eigen tuintje. Zittend op de grond trok ik er onkruid weg. Met een klein schoffeltje ploegde ik de grond een beetje, om zo de diepere wortels los te wrikken.
Ondertussen zag ik kleine, krioelende beestjes in diverse vormen en maten. Ik had hun omgeving door de war gehaald en ze leken te rennen voor hun leven. Binnensmonds mompelde ik naar ze: ‘ik doe je geen kwaad, je kan dadelijk een nieuw plekje uitzoeken hier’.
Maar eerlijk gezegd had ik geen idee.
Hoe ze precies wonen en leven. Of ze gewoon een nieuw stukje onder de grond kunnen uitzoeken of dat ik door mijn handelen hele structuren, wegen, vriendengroepen en families uit elkaar had gehaald.
Mijn doel was om het tuintje van mijn nieuwe huisje meer eigen te maken. Wat orde in de chaos te scheppen. Dood blad en onkruid te verwijderen. Samen met oude sigarettenpeuken en kleine stukjes bouwmateriaal die tevoorschijn kwamen.
En al doende kwam er een hele essentiële vraag naar boven die veel verder reikt dan alleen mijn tuintje. Een vraag die geen pasklaar antwoord voor me heeft, maar wel vele lagen in zich heeft als ik me deze soms af blijf vragen.
Wie ben ik om de leefomgeving van levende wezens overhoop te halen?